Blog #4 De PET-CT scan

Het weekend ging voorbij en maandag was de PET-CT scan. Ik dacht vooral gespannen te zijn voor de beenmergpunctie van dinsdag, maar toen ik deze maandagochtend nuchter het ziekenhuis inliep, werd ik steeds benauwder. We nemen plaats in de wachtkamer van de nucleaire geneeskunde. Mijn lieve vriendin, (die in het ziekenhuis werkt als oncologie verpleegkundige), komt ons vergezellen. Afleidend kletsen en knuffelen, daar is ze verdomd goed in. Leren verpleegkundigen dit tijdens hun opleiding? Ik denk dat dit een gevalletje talent in combinatie met goede vriendschap is.

Mijn naam wordt geroepen en ik loop alleen de radioactieve afdeling op. Een mannelijke verpleegkundige brengt me naar een heel klein kamertje. Hij begint wat vragen te stellen.

“Heb je vaker deze scan gehad?”
“Nee, dit is mijn eerste keer gelukkig,” zeg ik.
“Ah, oké. En wat zijn je klachten?” vraagt hij.
“Ik heb een nog onverklaarbaar laag Hb,” vervolg ik.
“Oh, dus ze denken aan een lymfoom? Vandaar deze scan?”
Ik kijk hem geschrokken aan en zeg met een trilling in mijn stem: “Nee, dat weten ze nog niet.”

Oké, dus deze meneer denkt dat ik kanker heb. Fuck.

Met de angst inmiddels sky-high moet ik een uur lang stil liggen om de radioactieve vloeistof in te laten werken. Ik start ‘Man Man Man de podcast’, die ik vorige week speciaal voor dit moment had opgespaard. Deze drie mannen praten wekelijks over hele luchtige dingen. Hun humor kan ik tijdens dit zenuwslopende uurtje wel gebruiken, had ik bedacht.

Na 30 minuten glimlachend stil liggen snijden de mannen het onderwerp ziekte en de dood aan. Een van de mannen deelt herinneringen over zijn aan kanker overleden moeder. Echt top timing jongens. Omdat ik niet mag bewegen, kan ik niet van podcast switchen, dus ik moet verplicht verder luisteren. Ik kan het aan.

De verpleegkundige die denkt dat ik kanker heb, komt de kamer weer binnen en begeleidt me naar de ruimte met de PET- en CT-scanner. Net als in de film: een grote, sfeerloze ruimte met gigantische machines, een raampje van glas met daarachter kritisch kijkende mensen die staren naar een computerscherm waar waarschijnlijk straks op de binnenkomende beelden 'mijn kanker' gaat oplichten. Zij die de beelden binnen zien komen, mijn toekomst zien veranderen, terwijl ik machteloos stil probeer te liggen onder de machine die mij letterlijk binnenstebuiten keert.

Met mijn armen in de lucht, een kussen onder mijn knieën, lig ik daar ruim een halfuur stil. Ik voel me verdoofd en alleen. Wanneer de scan klaar is, voel ik me erg ongemakkelijk bij het feit dat de beelden langzaam binnenstromen bij de kritisch kijkende mensen achter het raampje, maar dat ik nog niets mag weten. Maar het gaat toch over mij?

Wat valt het dragen van de onzekerheid me zwaar.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.