Blog #14 Beenmergpunctie 3.0

Als ik nu alleen een blog zou schrijven over hoe beenmergpunctie 3.0 me is vergaan, dan was dat een kort verhaal. Door het roesje heb ik er namelijk helemaal niets van meegekregen. Ik heb dus helaas (?) weinig van de tactieken en communicatie van hematoloog nummer 3 kunnen analyseren. Maar pure winst: geen pijn, geen tranen. En ik heb ook nog genoten van het ijsje naderhand.

Zo kan het dus ook.

Nadat ik op de uitslaapkamer ben ontwaakt van dit sterke goedje, word ik terug naar de dagverpleging gereden. Rondgereden worden door het ziekenhuis in een bed blijkt echt een next-level confrontatie met het ‘ziek zijn’.

Eenmaal terug op de verpleegkamer tref ik mijn vriend aan op een stoeltje bij het raam, met mijn verpleegkundige vriendin ernaast in haar werkkleding. Omdat ik nog half high ben van het roesje vind ik het vooral ontzettend gezellig dat iedereen er is en geef ik mijn vriendin meermaals het compliment hoe goed dat werkjasje haar staat.

Langzaamaan begin ik weer een beetje terug te keren in de realiteit, die toch iets minder gezellig is.

Toen ik wakker werd op de uitslaapkamer, waren de hematoloog en de anesthesioloog alleen al vertrokken. Er was dus niemand die me kon vertellen of de punctie dit keer wél was gelukt. Het enige wat ik weet, is dat ik deze keer zowel een pleister op mijn heup als op mijn borstbeen heb. Dat betekent dat ze het op twee plekken geprobeerd hebben.

Ook de verpleegkundige kan me geen uitsluitsel geven over of het is gelukt; we zullen moeten afwachten tot het gesprek met de hematoloog straks.

Ik verruil het blauwe OK jasje weer voor mijn eigen kleren en bestel daarna een lekkere ontbijt/lunch bij de dames van de eet-kar.

Na een uur komt de hematoloog mijn kamer binnengelopen. Ze pakt een kruk en komt aan mijn voeteneind zitten.

Ze valt meteen met de deur in huis en vertelt dat de punctie opnieuw niet is gelukt.

Eerst heeft ze het zelf geprobeerd, in mijn borstbeen en in mijn heup. Daarna heeft ze er een collega bij gevraagd, die ook nog twee pogingen heeft gedaan in mijn heup. Helaas allemaal zonder succes. Aan de verschillende tactieken ligt het dus niet; blijkbaar is deze procedure bij mijn lijf onmogelijk.

Ze vertelt dat ze wel een botbiopt hebben genomen en dat ze deze naar het ziekenhuis in Rotterdam gaan sturen. Met de hoop dat zij er daar met andere technieken toch de benodigde informatie uit kunnen halen. De uitslag hiervan zal zeker drie weken op zich laten wachten.

Drie. Weken.

Ik zucht diep. Hoe gaan we onszelf wéér opnieuw drie weken bezig houden en afleiden?

Ze vervolgt het gesprek en vertelt dat er uit het uitgebreide bloedonderzoek (die tientallen buisjes bloed zonder toetje) verder niets is gekomen. Dat het om een auto-immuunziekte of infectieziekte gaat, is hiermee uitgesloten. Het lijkt toch echt het beste bij MDS te passen nu. Maar welke vorm, dat moet uit dit botbiopt blijken.

De hoop om toch nog te kunnen ontsnappen aan een kankerdiagnose is hiermee weggevaagd. Tijd om dit te laten bezinken is er niet.

Ze vraagt of alles voor nu duidelijk is en of we verder nog vragen hebben.

Die vraag triggert me. Vragen genoeg, al wekenlang. Gisteren hebben mijn vriend en ik samen een lijst gemaakt met al onze vragen, in de hoop de ingewikkelde hematologische situatie vandaag wat beter te kunnen begrijpen.

We stellen alle vragen. Ze neemt de tijd.

Af en toe moet ze zachtjes grinniken. Ik denk omdat ze doorheeft dat ze hier met twee controlfreaks te maken heeft, die alles tot op celniveau willen begrijpen. Ook al heeft zij hier jaren voor moeten studeren om het te kunnen begrijpen: wij.willen.het.snappen.

Het gesprek eindigt met de mededeling dat er tijdens het roesje ook nog even is bloedgeprikt, en dat ik momenteel een Hb van 4,9 heb. Dat is sinds de laatste transfusie dus weer flink gezakt. Ik zal vandaag wat langer in het ziekenhuis moeten blijven, omdat ik direct twee zakken bloed krijg.

Dankbaar ben ik dat dit kan, dat ik hopelijk met weer een beetje extra energie vandaag het ziekenhuis kan verlaten.

Ruim een uur later druppelt het donorbloed via het infuus mijn lijf in. We spelen Mario Party vanuit het ziekenhuisbed en doen ons best niet te fanatiek over te komen bij mijn kamergenoten. De rode wangen keren langzaam terug in mijn gezicht.

Rond 16:30 uur rijden we direct vanuit het ziekenhuis door naar mijn schoonouders; mijn ouders zijn daar ook. Ik mag wéér kiezen wat we eten.

Patat it is - again.

Reactie plaatsen

Reacties

Monica
2 maanden geleden

Oh my... wat naar voor je. Inmiddels wil je toch op z'n minst weten wat je mankeert. Ik wens je veel sterkte en geduld toe.

Hiske
een maand geleden

Lieve Janine,
Wat een geduld moet je opbrengen. En wat een kunst om de moed niet in je schoenen te laten zakken.
Ik bewonder je schrijfkunst.
-veel liefs-